Over de makers
Q&A met Will Falize &
Ruud lenssen
Over de makers
Q&A met Will Falize &
Ruud lenssen
Will: ‘Iemand zei dat als er iets over hem of haar in de film zou zitten, dat er dan iets ergs met ons zou gebeuren. Die hebben we er voor de zekerheid maar uitgeknipt.’ Ruud: ‘We konden ook zonder die persoon, dat deed geen afbreuk aan het verhaal.’ Will: ‘Ik was eigenlijk vooral bang voor wat mijn vader van de film zou vinden, pas in de tweede plaats voor wat anderen in Venlo en de kompanen van mijn vader uit dat wereldje erover zouden zeggen. Dat vraagt men ook steeds: wat vind je vader ervan dat je deze film maakt? Zo groot is mijn vader in mijn leven, dat ik en ook anderen ook nu weer vooral de vraag stellen wat hij ervan vindt.’
Will: ‘Dat is dus mijn vader. Maar hij is niet slechts ‘de hasjkoning’ , zoals de titel van dedocumentaire luidt. Hij is ook gewoon mijn vader, een opa, een normale man. Die naam is hemgegeven, dus met die titel werken we, maar hij is meer dan dat. ’
Will: ‘Ik heb mijn vader als kind nooit zo gezien. Hij zat toen ook niet in de gevangenis, dat kwam later pas. Als mij als kind werd gevraagd wat mijn vader voor werk deed, zei ik dat hij autohandelaar was. Pas nu ik deze film maak, leer ik te zeggen dat mijn vader actief was in het criminele circuit. Maar ik vind het nog steeds onprettig hem een ‘crimineel’ te noemen. Hij handelde ook in legale dingen. Als ik het met hem bespreek, zegt hij overigens gewoon: tsja, ik ben nou eenmaal een veroordeeld crimineel.’
Will: ‘Omdat het voor mij belangrijk is om mijn verleden te omarmen en om van alle ellende die wij hebben meegemaakt, ook iets moois te maken. Ik probeer bij mijn vader in het reine te komen, en om zijn verleden te accepteren. Daarnaast wilde ik laten zien dat er ook in een machowereld ruimte voor kwetsbaarheid mag zijn.’
Will: ‘Ik heb mijn eigen weg willen bewandelen in het leven, en ik wil aan hem bewijzen dat dat het juiste pad is geweest, voor mij. Mijn vader had een pad voor mij uitgestippeld en bood me de sleutels van een koninkrijk. Daar zat een dikke auto aan vast en een dikke bankrekening. Maar ik wilde liever met een gitaar en een camera
op sandalen door Marokko reizen om daar foto’s te maken en mezelf te ontdekken. Mijn vader zag daar nooit het profijt van in. Dat is een eindeloos gevecht geweest. Ik ben nu 41, en ik hoop dat die bewijsdrang en die angst om afgewezen te worden na het afsluiten van deze film zullen wegebben, en dat we beiden onze lotsbestemmingen omarmen.’
Ruud: ‘We doen een boekje open over iemand die in de onderwereld een grote is geweest, en we vertellen het verhaal vanuit het perspectief van de zoon. Dat gebeurt niet zo vaak, zeker niet in de vorm van een documentaire. Volgens mij is dat uniek.’ Will: ‘Ik ben tegelijk een maker van en een hoofdpersoon in deze serie. Vandaar ook dat de titel niet De hasjkoning is, maar Mijn vader de hasjkoning. Deze serie was er nooit geweest als ik niet die worsteling had doorgemaakt om mijn eigen weg te kiezen, en maker te worden. Ik wilde graag gitaar spelen en foto’s maken. Daarin heb ik me nooit enorm ondersteund gevoeld door mijn vader, en deze film is een vehikel om hem toch aan boord te krijgen, om hem te laten zien wat voor kunst ik maak.’
Ruud: ‘We hebben alles in een half jaar gedraaid, maar de serie behelst meer dan veertig jaar. Het verhaal van Jan, dat van Will, en de verzoening tussen vader en zoon. De scènes in het heden en de voice-overs hebben we gedraaid. Een van de moeilijkste dingen in een documentaire is om een verhaal uit het verleden naar het nu te halen, maar bij deze productie hadden we gelukkig enorm veel archiefmateriaal.’
Will: ‘Mijn vader zat in een gerechtelijk conflict, en zijn gezondheid ging achteruit. Mede daarom ben ik teruggekomen naar Venlo, na 19 jaar in het buitenland te hebben gewoond en gewerkt als fotograaf en cameraman. Ik heb de camera opgepakt en ben hem gaan volgen. Ik had in die periode ook een klus bij de lokale omroep in Horst. Ik moest een item maken over de documentaire Wei van Ruud Lenssen, waarin hij het dementie- en mantelzorgtraject van zijn ouders vastlegt. Die film raakte mij enorm, en ik zag parallellen met de relatie tussen mij en mijn vader. Ik zat in die tijd in therapie. De opdracht van mijn psycholoog was om te onderzoeken wie ik was als klein jongetje en wat mij gevormd heeft. Ik had oude foto’s opgehangen en bekeek videobanden van mijn jeugd, en zo ontstond het idee een film te maken over mijn vader, en over hoe de relatie tussen mij en mijn vader mij gevormd heeft. Met dat idee ben ik naar Ruud gegaan.’
Ruud: ‘Ik zag het meteen voor me! Wat doet het met een kind, als dat opgroeit in zo’n milieu? Wat ik inspirerend vond, is dat het Will is gelukt om niet het pad te volgen dat al door zijn vader was uitgestippeld. Ik denk dat er maar weinig mensen zijn die dat voor elkaar krijgen. Met dat verhaal gaan we straks ook langs scholen.’
Ruud: ‘Ik ben in een veilige setting opgegroeid, in een dorpje. Mijn vader was dakdekker en mijn moeder werkte bij de peuterspeelzaal. Maar ook mijn vader is nors en hard en heeft zijn gevoelens diep weggestopt. Ik kon mede daardoor best goed overweg met Jan. En toen we een beetje een band hadden, heb ik getracht zijn gevoelige kant naar de oppervlakte te brengen. Aan Will gaf hij soms al een grens aan, maar ik durfde als vreemde nog net iets verder te gaan. Daardoor waren Will en ik een goed team. Hij met zijn vader en zijn connecties, en ik die als neutrale buitenstaander vragen kon stellen die net wat verder gingen dan die van Will.’
Will: ‘Het betekent vooral dat ik blijf strijden om mijn eigen pad te kiezen. Ik wil niet afwijken van mijn plan om mooie dingen te maken, zoals deze film. Mijn vader stimuleerde dit pad nooit, omdat hij nooit bewijs heeft gezien dat dit ook een weg is naar succes. Dat neem ik hem niet kwalijk.’
Will: ‘Mijn vader vond de film niet spannend genoeg. We geven natuurlijk mijn perspectief op mijn vader, vertelt met Ruud zijn toon. Ik wil de emoties tonen, de vader-zoonrelatie, de familiedynamiek. Terwijl mijn vader liever meer spannende verhalen uit zijn leven in de film had willen terugzien. Criminaliteit, onderwereld.’ Ruud: ‘Will zat zich van te voren in te dekken toen zijn vader kwam kijken, maar Jan zat er relaxt bij en heeft bij elke aflevering een traan gelaten omdat hij het mooi vond. Als regisseur had ik nog graag gezien dat Will zijn vader echt zou confronteren met de keuzen van vroeger, maar dat bleek onmogelijk. Maar het maken van de film was al een confrontatie op zich, en Jan heeft zich toch kwetsbaar op durven stellen.’ Will: ‘In die wereld van pap is jezelf kwetsbaar opstellen geen optie. Dat is een machowereld waarin de sterkste overleeft. Ik heb mijn vader alleen zien huilen toen zijn moeder overleed, verder is hij altijd keihard geweest. Mijn grootste angst was dat hij die scène waarin hij zichzelf een gebroken man noemt, en ook echt gebroken overkomt, uit de film wilde hebben. Maar dat vond hij uiteindelijk de beste en mooiste scène. Ik vind het mooi aan deze film dat we ook de kwetsbare en menselijke kant van mijn vader te zien krijgen, waardoor hij zichzelf bij het aanzien van de film ook mens mag voelen. Hij heeft pijn, hij is alles kwijt en heeft trauma’s, niet alleen voor zichzelf maar ook voor zijn kinderen. Dat hij zichzelf toch kwetsbaar kan tonen naar de buitenwereld via deze film, is zijn statement hierin.’
Ruud: ‘Jullie hebben allebei geleerd als kind dat je niet mag huilen, maar toch tonen jullie allebei in deze film jullie emoties. Dat is een overwinning, dat jullie deze stap samen hebben kunnen zetten.’